............. Het is net alsof de Fotograaf in zijn angst zich hevig teweer moet stellen om te voorkomen dat de Foto niet de Dood is. Maar ik, die al een voorwerp ben geworden, verweer mij niet. ik zie al aankomen dat het ontwaken uit deze boze droom nog pijnlijker zal zijn; want wat de maatschappij met mijn foto doet, wat men er aan afleest, dat weet ik niet (hoe dan ook zijn er zo veel verschillende manieren om een zelfde gezicht te lezen); maar als ik mijzelf ontdek op het voortbrengsel van deze operatie, dan zie ik dat ik Een en Al Beeld ben geworden, dat wil zeggen de Dood in eigen persoon; de anderen - de Ander - onteigenen mij van mijzelf, met felle wreedheid maken ze mij tot voorwerp, ik ben aan hun genade overgeleverd, ze kunnen met mij doen wat ze willen,.....


Roland Barthes in: De lichtende kamer. 1979